Kerkklokken luiden in Ommen niet alleen op zondag

Dagelijks is het te horen. Het geluid van de klok van de Hervormde kerk in Ommen. Van maandag tot en zaterdag om 12.00 uur en ’s avonds om 21.00 uur.

 Het klokkenhuis met de twee bronzen luidklokken aan de Brugstraat.
Foto: Harry Woertink
Zie voor meer afbeeldingen bij dit artikel.

Verder op zondag bij de aanvang van de kerkdienst en ook bij begrafenissen. Dan luiden er zelfs twee kerkklokken. Soms ook als iemand is overleden. Het ‘verluiden’ gebeurt tegenwoordig om 13.00 uur en alleen op verzoek van de familie. Vroeger werd er verluid om 11.00 uur voor iemand die overleden was uit de stad en om 13.00 uur voor wie in het buitengebied woonde. Het dagelijks klokgelui om 21.00 uur dateert uit de periode dat de stadspoorten werden gesloten. Omdat men dan nog een bord pap at voordat de bedstee werd opgezocht, wordt dit klokluiden ook wel de pap- of breiklok genoemd.

Klokkenhuis
Het klokkenhuis met de twee bronzen luidklokken aan de Brugstraat is eigendom van de burgerlijke gemeente Ommen. Deze eigendom komt voort uit de Franse Tijd (1795-1813). Kerktorens of gebouwen met luidklokken kwamen toe aan burgerlijke gemeenten. Bij geval van nood konden deze ingezet worden. De bouw van de kerktoren is overigens van latere tijd. Toren en de kerk zelf zijn eigendom van de Hervormde Gemeente. De toren dateert uit 1860. In 1871 werd de toren door bliksem getroffen en toen zijn de vier-zijtorentjes lager gemaakt. De toren is evenals de kerk in 1968/1969 totaal gerestaureerd in de huidige toestand. Daardoor werden de baksteen, de ijzeroerblokken en de hier en daar verwerkte Bentheimer steen en tufsteen weer zichtbaar. Het torenuurwerk is ook eigendom van de gemeente Ommen. Een vroeger torenuurwerk uit de kerk daterend uit ongeveer 1700 is te bezichtigen in het Ommer Streekmuseum.

Klokluiden
Vroeger trokken de Ommenaren zelf aan de touwen die met de luidklokken verbonden waren. Maar met de komst op 28 oktober 1985 van een mechanisch luidsysteem is het nu een kwestie van het omzetten van een schakelaar. Johannes Willem (Hans) Visscher was jarenlang klokkenluider in dienst van de gemeente Ommen, een baantje die hij van zijn vader had overgenomen. Het luiden van één klok om 12.00 uur en 21.00 uur kon Visscher wel alleen af. Maar bij begrafenissen en het verluiden van een overledene als er twee klokken geluid moesten worden riep hij hulp in van kennissen. Ook de Ommer jeugd was altijd graag bereid om Hans Visscher even een handje te helpen met het luiden van de klok(ken).

Drie klokken
In 1672 is sprake van drie klokken. Een resolutie van “Burgemeester ende gesworen meensluiden van Ommen” van 30 september 1672, bevat de mededeling dat de Ommer “Nachtwacht” aan het einde van de wacht om vier uur werden “afgeluyd” door de middelste klok. En het bestek van 23 mei 1771 van de verbouwing van de kerk spreekt van “de twee kleinste klokken”. Uit 1789 dateert een aantekening in de “Resolutien van de Erfgenamen des kerspels dat de gebarsten klok zal worden verkocht en het geld gebruikt voor onderhoud en reparatie van de kerk. Wat er vervolgens met die klok is gebeurd is nog steeds onduidelijk. De twee huidige kerkklokken zijn beide na de stadsbrand van 1517 gegoten door Hinricus de Tremonia, ook wel genoemd Hendrik van Dortmund. Het zijn de oudste klokken in de gemeente Ommen. De ‘grote’ klok, of de Salvatorklok heeft een doorsnede van 155 cm en weegt 1881 kg. Het draagt het opschrift:
Salvator is myn name.
Mijn ghelut sy Gode bequame (welgevallig)
den levendighen ropick.
Den doden bescrey ick
hagel en de donder werstuer ick.
Hinricus de Tremonia me fecit A XVC.XVII.

Deze klok is zowel luidklok als uurwerkslagklok sinds het aanbrengen van een slaghamer. De andere ‘kleine’ klok, alleen luidklok, is bekend als de Mariaklok en heeft de zelfde opschrift, dat begint met “Maria is myn name”. Deze klok heeft een doorsnede van 130 cm en weegt 1298 kg. De opschrift van beide klokken werd veelvuldig ook door andere klokkengieters gebruikt. Op last van de Duitse bezetter werden de kerkklokken in april 1943 uit het klokkenhuis weggehaald om in Duitsland te worden gesmolten tot oorlogsmateriaal. Zover is het echter niet gekomen, want in november 1945 komt het bericht dat de klokken uit Ommen terug zijn gevonden in Hamberg. Op 12 maart 1946 werden de klokken weer terug geplaatst.

Elektrisch
Sinds er op 28 oktober 1985 een einde kwam aan het met de hand luiden van de klokken worden ze elektrisch en computergestuurd geluid, via een aan de westzijde van elke klok aangebracht luidwiel, dat zorgt voor een noord-zuid schommelbeweging. De luidklokken hingen eerder aan rechte luidassen. De huidige assen zijn gebogen, waardoor bij het luiden de klepel stil blijft staan en de klok ertegen aanslaat. Bij een rechte luidas zwaait de klok verder omhoog en komt de klepel tegen beide kanten van de klok.

Nieuws
In 2012 kwamen de uit het klokkenhuis vervangen onderdelen nog even in het nieuws. De onderdelen, bestaande uit twee grote eikenhouten blokken, lagen onder een afdak op de oude gemeentewerf aan de Haven West, die door verhuizing ontruimd moest worden. De Ommer molenaars werden ingeschakeld. Zij dachten dat het ging om oude onderdelen van de voormalige houtzaagmolen Den Oord. Maar dat bleek achteraf een misvatting. “Er werd ons verteld dat het oude molenonderdelen van de oude zaagmolen waren. Dan ga je peinzen wat het zou kunnen zijn. Wij zijn geen zaagmolenaars maar het leek ons dat het draaihoofden moesten zijn. Deze constructie en beweging van de zaagramen in een houtzaagmolen komen vrij goed overeen met het luidas van een luidklok”, weet molenaar Luuk Vogelzang zich nog herinneren. “Bij een klok is de slingerbeweging onder de assen en bij een draaihoofd erboven. In de zaagmolen wordt door de krukas een lange houten steel op en neer bewogen, het draaihoofd beweegt mee. Het draaihoofd moet een beetje heen en weer kunnen bewegen op zijn assen door de niet zuiver op en neer gaande beweging van de lange steel. Aan het draaihoofd zijn de zaagramen vast gemaakt.” Na de vondst en publicatie in de krant vernam Vogelzang de andere dag dat het beslist wat anders was dan in de krant beweerd. Het zijn luid-assen van de kerkklokken, zo kon een specialist van de bekende klokkengieterfirma Eijsbouts uit Asten melden, die de publicatie in de krant had gelezen. De specialist kwam nog dezelfde middag een kijkje nemen en zag zijn vermoeden bevestigd. Vogelzang: “Ik heb die dag een sleutel gehaald om ook een blik te werpen op de moderne luidassen van staal in ons klokkenhuis. De houten assen zijn er uitgehaald bij het elektrisch maken van het luidsysteem en vervolgens opgeslagen op de gemeentewerf”.

Sinds 1980 bevindt zich op de zuidgevel van het klokkenhuis een gevelsteen met de tekst: ‘O uil gij doet mij onrecht, die muis is mij toegezegd. Ja kat, gij moet weten, ongegund brood wordt het meest gegeten. Anno 1766’ Deze steen heeft eerder een plaats gehad op Brugstraat 22.

Bron: Harry Woertink – 16 oktober 2016

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s